Ziekten in wintergerst

Ziekteherkenning

Het blijkt dat een te vroege zaai bevorderlijk is voor de ontwikkeling van bepaalde ziekten zoals bladvlekkenziekte en netvlekkenziekte. Dit komt onder andere door de langere vegetatieve periode en de gevorderde gewasontwikkeling tijdens de winterperiode en de kortere tijdsspanne.

Rhynchosporium (Bladvlekken)

In wintergerst kunnen bleek grijze of gele vlekken voorkomen die omgeven zijn door een scherpe zwart-bruine rand. Deze bladvlekken worden veroorzaakt door de schimmel Rhynchosporium. De jonge vlekken zijn vaak waterig en volledig bleek van kleur. Binnen in de vlek zijn er geen zwarte puntjes te zien. De binnenkant van de vlekken droogt later ook uit.

Helminthosporium en Ramularia

Twee vaak te verwarren aantastingen bij wintergerst zijn Helminthosporium (of netvlekkenziekte) en Ramularia.

Helminthosporium ontstaat als bruine puntjes, die ontwikkelen tot bruin(zwarte) rechthoekige vlekken, begrensd door een gele rand. De vlekken hebben een netvormige structuur, ze groeien mee met de nerven, vandaar ook de alternatieve naam netvlekkenziekte. De aantasting van Helminthosporium komt voor aan beide zijdes van het blad. 

Ramularia vormt kleine bruine rechthoekige vlekken die ook omgeven worden door een gele rand, maar die niet op beide zijden van het blad even goed zichtbaar zijn. Ze zijn het beste zichtbaar op de bovenzijde van het blad. Aan de onderzijde is de vlek minder goed zichtbaar, daar bevinden zich de witte sporen, die bij vochtig weer beter te zien zijn.

CRA-W Gembloux

Een handig hulpmiddel is om, bij twijfel, een aangetast blad in een fles te steken voor 24u. Als er haartjes verschijnen op de vlekken dan is het netvlekkenziekte. Verschijnen er witte donzige vlekken op de onderzijde van het blad, dan mag je er van uit gaan dat het Ramularia is. Indien geen van deze symptomen te zien zijn, dan zijn het mogelijks fysiologische vlekken.

Dwergroest

De schimmel is met het blote oog goed te herkennen. De kleine sporenhoopjes van dwergroest bevinden zich hoofdzakelijk op de bovenkant van de bladeren. De sporenhoopjes zijn meestal omgeven door een geelachtig randje.

CRA-W Gembloux

Meeldauw

Bij een jonge aantasting is wit-grijs schimmelweefsel te zien. Dit wordt later meer bruin. In het schimmelweefsel onstaan soms kleine zwarte bolvormige vruchtlichamen.

Dwergvergelingsziekte

De dwergvergelingsziekte wordt verspreid door bladluizen. Meer dan 20 verschillende bladluissoorten zijn gekend als mogelijke drager van het virus. De voornaamste die dwergvergeling overdraagt in het najaar in granen is de vogelkersluis. In beide teelten zijn de eerste symptomen van een najaarsinfectie de pleksgewijze bladvergeling op het perceel. De bladtoppen verkleuren geel. Bij wintertarwe worden ook rode bladtoppen waargenomen. De planten vertonen een geremde groei. Dit komt doordat het virus de wortelgroei afremt. De ziekte kan bijgevolg leiden tot geremde aarvorming of zelfs afsterven van de plant. Bij een voorjaarsaantasting in wintertarwe kunnen ook slecht afrijpende, rechtopstaande aren voorkomen. Om dit virus te vermijden, moet de druk van bladluizen, voornamelijk in het najaar worden opgevolgd, en indien nodig bestreden worden met een insecticide. Hierbij kunnen de waarschuwingsberichten in het najaar van LCG helpen.

A tot Z