Aarfusarium
De meest voorkomende aarziekte, maar ook de meest ernstige is het complex fusarium. Deze aantasting komt vaker voor in natte periodes rond bloei, zoals dit jaar in bepaalde regio's. Daarnaast is er ook een duidelijk verschil in gevoeligheid tussen de variëteiten, maar ook aanwezigheid van de ziekte op het perceel. Dit wordt bepaald door de voorvrucht (voornamelijk risico na maïs) en bodembewerking (hoger risico bij niet goed onderwerken van oogstresten).
Er zijn twee types te onderscheiden:
- Fusarium complex (kan mycotoxines produceren)
- Microdochium (geen productie van giftige stoffen).
De symptomen van de verschillende soorten fusarium zijn niet steeds goed te onderscheiden, omdat het ziektebeeld heel divers kan zijn. Microscospisch onderzoek kan duidelijkheid brengen over welk type fusarium het precies gaat.
Wat vaak opvalt, is het afsterven van graantjes, graanpakketjes tot de volledige aar. Hierbij kan een rode-oranje kleur zichtbaar zijn. Op het kaf kunnen zwarte vlekken voorkomen, ook de voet van de aar kan zwart verkleuren, waardoor de sapstroom geblokkeerd wordt en de aar volledig verwelkt.
 |  |
Kafjesbruin
Er worden hier en daar bruine vlekken waargenomen op de aren. Dit kan veroorzaakt worden door aarseptoria (Septoria nodorum). Op de aren komen paarsbruine vlekken voor, die overgaan tot doffe bruine vlekken. Bepaalde variëteiten zijn hier gevoeliger aan, maar de aantasting blijft bij ons vaak zonder impact op de opbrengst of kwaliteit. Als je de korrel pelt, is het ook zichtbaar dat de korrel perfect gezond is. Dit kan ook verward worden met verkleuring door een reactie van de planten op stress, veroorzaakt door de natte omstandigheden. Bepaalde variëteiten produceren vlekken of melaninen. Dit is puur visueel en heeft geen impact op de oogst.
 |  |
Zwartschimmel
Wanneer het zeer regenachtig is bij afrijpen of wanneer de oogst wordt uitgesteld, kunnen de aren een zwarte kleur krijgen. Dit is een fenomeen dat vorig jaar op bepaalde percelen werd waargenomen. En dan hoofdzakelijk op de percelen waar er noodgedwongen gewacht moest worden tot augustus om te dorsen, door de neerslag. Dit wordt veroorzaakt door een oppervlakkige (saprofytische) schimmel, zwartschimmel genoemd. Doordat het oppervlakkig is, is er weinig tot geen impact op de opbrengst te verwachten. Deze aantasting is niet specifiek en kan dus alle granen aantasten. Algemeen is dit zichtbaar op overrijpe aren over grote delen van het perceel.
