Behandeling van voetziekten in wintertarwe

Voetziekten vermijden

Bevorderlijke factoren voor het optreden van oogvlekkenziekte:

  • te geringe vruchtwisseling (zoals tarwe na tarwe of tarwe om de twee jaar verbouwen op hetzelfde perceel)
  • bovenliggende stro- en stoppelresten van tarwe
  • vroege zaai
  • hoge standdichtheid: gezien de sporen weinig mobiel zijn bevordert een hoge standdichtheid het uitbreiden van oogvlekkenziekte
  • voorvruchten die een hoge stikstofreserve nalaten, zoals vlinderbloemigen
  • zachte en vochtige herfst bevordert de groei van de schimmel en sporenvorming
  • gevoelige rassen

Behandeling voetziekten

Oogvlekkenziekte moet pas bestreden worden als 25 tot 35% van de hoofdhalmen een oogvlek vertonen, afhankelijk van de gevoeligheid van het ras. Beoordeel hiervoor bij voorkeur 100 hoofdhalmen, verspreid over het perceel, op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte. Verwijder hiervoor de buitenste bladschede. De fungicidebehandeling kan dan, indien noodzakelijk, uitgevoerd worden in het stadium “eerste knoop” tot “tweede knoop”, hoe vroeger hoe doeltreffender. Na het stadium “tweede knoop” is een behandeling nog weinig efficiënt. De meest effectieve actieve stoffen zijn metrafenone en prothioconazool. Arvalis heeft vastgesteld dat prochloraz, geen werkzaamheid meer vertoont ter bestrijding van de gewone oogvlekkenziekte. Deze schimmel is er resistent geworden aan prochloraz.

A tot Z