Maatregelen om slakkenschade te voorkomen

Cultuurtechnische maatregelen

Bodembewerkingen

Cultuurtechnische maatregelen voorkomen slakken. Slakken hebben namelijk een stabiel milieu nodig, om actief te kunnen zijn en zich voort te planten. Door herhaalde bodembewerkingen kan dit stabiel milieu onderbroken worden.
 
Doel van deze bodembewerkingen:

  • Het belemmeren dat slakken zich verplaatsen door breken van de bodem.
  • Voedingsbronnen van slakken ontnemen.
  • De bodem verkruimelen om schuilplaatsen te verminderen
  • Verlagen van de bodemvochtigheid.
  • Slakken en eitjes bovenhalen, zodat ze blootgesteld worden aan de zon en droogte.

Eventueel kan de vruchtwisseling aangepast worden, zodat er langere periodes tussen de teelten voorkomen. Zo kunnen er meer herhaalde bodembewerkingen uitgevoerd worden.

Andere cultuurtechnische maatregelen

Na de voorvrucht

  • Hakselen van oogstresten/Stoppelbewerking
  • Chemische bestrijding van opslag (indien toegelaten)
  • Ploegen juist voor de zaai, om de activiteit van slakken te vertragen door ze onder te werken

Bij zaai

  • Voldoende fijn klaarleggen, om bodemkluiten te vermijden
  • Goed aandrukken, dit bemoeilijkt de verplaatsing van de slakken
  • Zaaizaad op een gelijkmatige diepte aanbrengen en vermijden dat zaad boven ligt
  • Bij een hoog risico van slakken aan een hogere zaaidichtheid zaaien

Chemische maatregelen: inzet van granulaten

Een toepassing kort na zaai en voor de opkomst van het graangewas blijkt een goed toepassingstijdstip. Er is geen gewas aanwezig is, hierdoor moeten de slakken op zoek gaan naar voedsel. De kans is dan groot dat ze bij hun zoektocht in contact komen met het granulaat.

  • Preventieve toepassing (enkel bij hoog risico): Veel slakken, kleigronden, niet goed bedekt zaad en gevoelige voorvrucht (bv. koolzaad, erwt,...)
  • Curatieve toepassing (na zaai): Hoe korter bij de zaai toegediend, dus vóór de opkomst van het gewas, hoe meer de slakken enkel blootgesteld worden aan het granulaat en geen vraatschade kunnen berokkenen aan het graangewas.
  • Granulaten mengen met het zaaizaad: Dit kan van toepassing zijn bij zwaardere gronden, wanneer het zaaibed grof ligt en bij hoge druk van slakken. Ook bij aanwezigheid van zwarte slakken, die veel minder mobiel zijn, blijkt deze methode nuttig te zijn. Om de slakken ook bovengronds aan te pakken, is eveneens een bovengrondse toepassing van granulaten bij de zaai of kort na de zaai nodig.

Toepassingsomstandigheden

  • De granulaten niet toepassen bij regen.
  • De effectiviteit is het grootst wanneer de granulaten 's avonds toegepast worden, wanneer de slakken actiever zijn.
  • Een egale en regelmatige uitspreiding van het granulaat is aanbevolen, zodat de slakken gemakkelijk met het granulaat in contact komen.

Granulaten ter bestrijding van slakken hebben een tijdelijke werkingsduur. Een granulaat helpt het graangewas tijdelijk te groeien zonder slakkenschade. Na de toepassing blijft het opvolgen van de slakken op het perceel evenwel noodzakelijk.

Slakkenkorrels kunnen oorzaak zijn van puntvervuiling naar oppervlaktewater.

  • Respecteer de teeltvrije zone van 1 meter
  • Schakel de granulaatstrooier tijdig uit, zodat slakkenkorrels niet in de gracht of beek terechtkomen.
  • Houd er rekening mee dat de granulaatkorrels kunnen afspoelen en mee stromen. Neem indien nodig maatregelen.

A tot Z